Harry

Gepubliceerd op 2 februari 2024 om 17:05

Laatst sprak ik een slimme jongen. Hij was afgestudeerd als werktuigbouwkundige. Hij was weliswaar nog jong, zo rond de dertig, maar toch had hij al best wat mooie ervaring opgedaan. Ik heb geen verstand van zijn vak, maar hij was geestdriftig aan het vertellen van trekkrachten, veerkracht en van de enorme digitalisering in zijn vakgebied. Hij vertelde er zo enthousiast over dat ik langzamerhand begon te begrijpen hoe je zo’n vak kunt gaan studeren. Iets wat ik voorheen alleen maar iets voor Delftse nerds vond, bleek nu een interessant vak waar bovendien zelfs leuke vrouwen in de collegebanken zaten, volgens Harry.

 

Werkloos?

Harry, laten we hem Harry noemen omwille van de privacy, was werkloos, iets wat ik niet kon geloven. Niet alleen was hij enorm enthousiast over zijn vak, er was toch genoeg werk, zou je zeggen. Werktuigbouwkundigen zijn niet aan te slepen, had ik onlangs nog gehoord. Nederland staat te springen om technici. 

 

Harry had bij een scheepsbouwbedrijf gewerkt, maar die was helaas failliet gegaan door, onder andere de coronacrisis. Schepen waren niet de grootste prioriteit geweest in de afgelopen twee jaar. Zelfs nu de economie weer aantrekt, zijn jachten niet het eerste waar een ondernemer aan denkt bij investeringen. Harry stond op straat terwijl veel van zijn voormalige collega’s al wel her en der weer aan het werk waren. 

 

Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

Natuurlijk waren er allerlei ‘van werk naar werk’ trajecten geweest. De werkgever had daar zelfs een speciaal bureau voor ingeschakeld en ook de bond en het UWV waren er bij betrokken geweest. Zijn voormalig werkgever was een prima baas geweest, die Harry de ruimte had gegeven die hij nodig heeft. Want hij had NAH, vertelde hij mij. Een Niet Aangeboren Hersenletsel. Drie jaar geleden was hij tijdens het sporten heel lelijk, hard op zijn hoofd gevallen. Stevige hoofdpijn en de huisarts constateerde een fikse hersenschudding. Harry deed een tijdlang rustig aan in de hoop dat die vervelende hoofdpijn weg zou gaan. Zelfs een hersenschudding geneest uiteindelijk. 

Maar die hoofdpijn ging niet weg en ondertussen had Harry stevige pijnmedicatie. Hij dacht dan ook dat die moeite met concentratie en die vermoeidheid daar vandaan kwam. Ook had hij af en toe last van duizelingen.

 

Blijvende schade

Via de huisarts toch maar naar de specialist. Die haalde Harry door de medische testmolen en constateerde dat hij blijvende schade had aan de hersenen. Deze definitieve schade zorgde ervoor dat Harry moeite had met lange concentratie en bovendien was hij snel vermoeid. En als hij toch af en toe niet toegaf aan die vermoeidheid, moest hij het de volgende dagen bezuren, want dan was de concentratie helemaal weg. Dat had hij wel door schade en schande moeten leren en ervaren. Inmiddels kende hij zijn grenzen wel.

 

Net zo goed als ieder ander, alleen anders

Niet alleen was hij door de medische molen gegaan, ook het UWV heeft een aardige molen, waar je doorheen moet bij een WIA-aanvraag. Want Harry zal nooit meer de oude Harry worden, die dagenlang kon doorgaan zonder een centje pijn of problemen. Zijn hersenletsel was blijvend en hij moest ermee leren omgaan. Maar niet alleen Harry moest dat, ook zijn vriendin, zijn ouders, zijn vrienden en kennissen. En niet in de laatste plaats moest ook zijn werkgever ermee omgaan. Zijn voormalige werkgever had dat prima gedaan en had hem dus alle ruimte gegeven die hij nodig had. Zowel uit sociaal bewogenheid en sociaal ondernemen, maar ook gewoon omdat Harry goed was in zijn vak. Daar deed zijn NAH niets aan af. Alleen iets langzamer en soms ging het even helemaal niet.

 

Kneus

Maar waarom had hij dan nog geen werk? Hij kon toch gewoon werken, alleen in een ander tempo en iets minder uren. Dat klopt, zei hij, maar het bureau dat hen had begeleid naar ander werk, kon niet zo goed overweg met ‘kneusjes’ zoals hij. 

“Hou toch op,” ging ik ertegenin. “Als jij jezelf zo gaat zien, bén je ook een kneus. Maar als jij jezelf eens in de spiegel zou zien als jij enthousiast over je vak praat, ben je allesbehalve een kneus, dus hou daar mee op!” Ik werd er haast boos van. 

 

Harry lachte en gaf me gelijk. Hij beloofde me dat hij het weer zou proberen, dat solliciteren. En hij zou gewoon vertellen wat er aan de hand is. 

“Heb je een jobcoach,” vroeg ik. “Die kan je er goed bij helpen. Er zijn bovendien meer dan voldoende werkgevers die jou graag in dienst willen nemen, met alles erop en eraan.”

Ja, hij had een jobcoach maar dat vond hij eigenlijk maar niks. Hij moest het toch zelf kunnen, vond hij.

“Onzin, een jobcoach is juist bij uitstek geschikt om je te helpen. Die weten de juiste weg en de juiste manier. Iedere z’n vak, tenslotte.”

 

Als je het niet ziet, is het er niet

Hij gaf me een hand en zei dat hij er meteen werk van zou maken en moest lachen om zijn eigen grap. Het blijven techneuten, tenslotte.

“Maar eerst ga ik even rusten, zodat ik er morgen samen met de jobcoach aan de gang kan.”

Harry liep weg en je zag niets aan hem. En dat was soms juist het probleem. Mensen geloven of snappen het niet als ze het niet kunnen zien.

 

Later hoorde ik dat Harry een nieuwe baan had. Niet meer in de scheepsbouw, maar de jobcoach had hem voorgesteld bij een grote fietsenfabrikant. En dat was meteen raak. Die is nu vast heel blij met Harry, want zo enthousiast vind je ze niet vaak. Toch handig, zo’n jobcoach.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.