Stijgt de langdurige werkloosheid?

Gepubliceerd op 31 augustus 2021 om 14:49

De werkloosheid in Nederland is sinds de kredietcrisis (na een hoogtepunt in 2014) alleen maar naar beneden gegaan. De coronacrisis heeft die tendens gestopt. Sinds het tweede kwartaal 2020 is de werkloosheid snel gestegen. M.n. de korte werkloosheid steeg door de paniek van corona. Kijken we naar het verder verloop van de coronacrisis, dan daalt de werkloosheid weer gestadig naar het niveau van 2019, het jaar vóór de coronacrisis. Grotendeels door de steunpakketten van de overheid. Dus welke bril zet je op?

 

Onterechte paniek

Nu lijkt op korte termijn de langdurige werkloosheid te stijgen en er is meteen paniek. Maar hoe terecht is die sombere bril? Van 86 in Q1 van 2021 naar 90 in Q2. Vergeleken met een kwartaal eerder (Q4 2020) is het gelijk gebleven. Kijken we weer een kwartaal eerder dan is het fractioneel gestegen. Dus ja, het is gestegen, maar elke statisticus zal liever op de langere termijn kijken. Het jaar 2019 was een economisch topjaar. Het gemiddelde van de langdurige werkloosheid was met 95,5 hoger dan het huidige niveau. Toen was er nog geen zicht op corona en was er een lage totale werkloosheid. De snelle grote stijging van de werkloosheid kwam door corona en is m.n. te zien in het segment ‘3 tot 6 maanden’ en ‘1 tot 3 maanden’. Dat was de paniek en de lockdown van de eerste golf. Dat het niet nog erger werd, komt, zoals gezegd, door de grote ondersteuningsacties van de overheid.

 

Wie zijn die langdurige werklozen? 

Zijn dat per definitie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt? Of zijn dat mensen die om allerlei redenen niet deelnemen aan de arbeidsmarkt. Werken ze zwart? Zijn het mensen die voorheen een beperkte part time baan hadden? Kortom, een sticker ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ krijg je niet zomaar.

Terecht, want zo leuk is dat nou ook weer niet. Wat echter onjuist is, is dat er aan deze groep een groter financieel risico kleeft, zoals Prof. Irmgard Borghouts zei in een NOS journaal van eind augustus. Gelukkig hebben we het in ons land goed geregeld. Onder andere in het kader van de participatiewet zijn er veel regelingen die veel van de risico’s bij een toekomstig werkgever wegnemen. Niet zelden is er zelfs een veel flexibelere arbeidsrelatie mogelijk wat vertaald kan worden als een financieel voordeel. 

 

Tendentieuze stelling

Daarnaast is de stelling dat de langdurige werkloosheid stijgt, enigszins tendentieus. Op korte termijn klopt het. Op langere termijn is er echter nog steeds een daling te zien. Nog steeds zitten we op een vergelijkbaar laag niveau als in Q3 van 2019. Alle jaren ervoor (sinds 2011) was de langdurige werkloosheid (veel) hoger! 

Wat wel zichtbaar is, is dat de kortdurende werkloosheid op de korte termijn sneller daalt dan de langdurige. Dat is niet vreemd, de bijzondere situatie van de afgelopen anderhalf jaar bracht ongebruikelijke werklozen met zich mee. Die kunnen/mogen nu weer werken. Je zou kunnen zeggen dat het onterechte werklozen waren, die onder normale omstandigheden nooit werkloos geworden zouden zijn. Het aantal langdurige werklozen is al twee jaar op een gemiddeld laag niveau met een uitschieter naar beneden in Q2 van 2020, maar die haalt het gemiddelde niet eens heel erg naar beneden. 

 

Jong en oud door elkaar

De opmerking van Nora Neuteboom in hetzelfde NOS journaal dat langdurig werklozen verouderde vaardigheden zouden hebben, klinkt logisch, maar gaat hoogstens op voor de echt oudere werklozen in deze groep, die misschien niet meer volledig up-to-date zijn. Maar echt niet alle langdurig werklozen zijn oudere werklozen. En wie noemen we oud? Het is juist zaak om te investeren in de jongeren in deze groep. Om ze zo hun vaardigheden te laten ontwikkelen. Soms een startkwalificatie, soms een voortzetting van een afgebroken studie/cursus of soms een nieuwe studie. Laat de ouderen dan hun kennis en vooral ervaring gebruiken om de jongeren te helpen en te coachen.

 

Conclusie

Investeren in participatie hoeft niet in de kort werklozen, die vinden voor het grootste gedeelte hun weg wel weer terug. 

Investeer in de langdurig (jonge) werklozen die zich nog moeten ontwikkelen. Investeer in de mensen die daadwerkelijk een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Die moeten geholpen worden en verdienen die ondersteuning omdat ze (meestal) heel graag willen meedoen (op de arbeidsmarkt).

Kortom, investeer in de mensen die het nodig hebben en die graag willen. Want ook dat is een voorwaarde voor actieve deelname. 

Gelukkig zijn er veel jobcoaches die hen daarbij kunnen en graag willen helpen. Geef die de ruimte. Wij leiden ze wel op tot goede professionals, laat de (lokale, regionale en nationale) overheid er voor zorgen dat wetgeving, financiering én de processen op orde zijn.

 

Jan Bakhuys

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.